Philips haalde in 2010 een nettowinst van 1,45 miljard euro, ten opzichte van een winst van 424 miljoen euro in crisisjaar 2009. De omzet steeg op jaarbasis met 10 procent tot 25,4 miljard euro.
In het vierde kwartaal had Philips te kampen met een aantal negatieve factoren, waarvoor het bedrijf al deels had gewaarschuwd. Zo bleek in december dat de televisie-activiteiten over het hele jaar toch geen winst zouden maken en dat een licentie-overeenkomst, waarbij de risico’s naar de partner worden verplaatst, werd uitgesteld. Ook had Philips in het vierde kwartaal te maken met een lager aantal werkdagen dan gemiddeld in een kwartaal.
Zwakker
De vraag van consumenten in volwassen markten bleek in de laatste maanden van het jaar zwakker dan de markt verwachtte. De snelgroeiende opkomende markten, zoals China, India en Brazilië, konden dit effect niet goedmaken. Ook de vraag bij ziekenhuizen naar medische apparatuur viel volgens analisten tegen, met name in Europa.
,,Over de hele linie presteren ze onder de verwachting”, zei analist Peter Olofsen van Kepler. ,,Er is niet echt één aanwijsbare oorzaak, het zijn verschillende factoren.”
Philips gaf geen concrete verwachting af over 2011. ,,We verwachten dat opkomende markten groei in alle drie de sectoren blijven ondersteunen, terwijl het consumentensentiment in volwassen markten bedrukt zal blijven'', zei vertrekkend topman Gerard Kleisterlee. Het zijn de laatste kwartaalcijfers die hij presenteert. In april neemt voormalig NXP-topman Frans van Houten het stokje over.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl